Het rapport, dat zegt zich te baseren op de ruwe beelden die France 2 schoot, beschrijft een reeks inconsistenties en afwijkingen. Zo zou in de laatste fragmenten, die niet werden uitgezonden, te zien zijn dat de jongen nog leeft: hij heft zijn arm op en beweegt zijn hoofd. Er zouden voorts geen bloedspatten te zien zijn op de grond, op de muur achter vader en zoon, of op de ton waarachter ze zich verschuilen. Er is - nog volgens het Israëlische rapport - geen bewijs dat de kogelinslagen rond de twee veroorzaakt zijn door Israëlische kogels.

“De versie die door de reportage verspreid werd, heeft gediend als bron van inspiratie voor en als rechtvaardiging van terrorisme en antisemitisme, en voor de delegitimering van Israël”, aldus de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, die het rapport acht maanden geleden bestelde. “De enige manier om leugens tegen te gaan, is met de waarheid”, voegt hij nog toe.

“We hebben altijd gezegd dat we willen deelnemen aan een onafhankelijk onderzoek volgens internationale standaarden”, reageerde Charles Enderlin, het hoofd van het kantoor van France 2 in Jeruzalem en de man die de voice-over bij de reportage schreef. Hij liet nog weten verbaasd te zijn dat de Israëliërs noch France 2, noch de vader van het slachtoffer hebben gecontacteerd. Die vader is bereid het lichaam van zijn zoon te laten opgraven.

De 12-jarige Mohammad al-Doura kwam om toen hij met zijn vader terechtkwam in het kruisvuur tussen Israëlische soldaten en Palestijnse agenten en schutters in de Gazastrook. De jongen werd een symbool van de tweede intifada (opstand) tegen Israël (2000-2005).

In Frankrijk moet het hof van beroep van Parijs zich op 22 mei uitspreken over een klacht wegens laster van Enderlin tegen Philippe Karsenty, de directeur van een website voor media-analyse die beweerd heeft dat de reportage van 30 september 2000 gemanipuleerd was.