Ambtenaar getuigt over druk bij Vlaamse overheid: “Wie initiatief neemt, krijgt deksel op de neus”

© Brecht Van Maele

Ambtenaren die hun nek uitsteken en initiatieven nemen om de Vlaamse overheid van binnenuit te veranderen krijgen te vaak het deksel op de neus. Dat schrijft Elke Wambacq, diensthoofd bij het Vlaams Instituut voor Natuur en Bos Onderzoek (INBO), in een opiniestuk dat donderdag in De Tijd staat.

mtm

Vlaams ombudsman Bart Weekers gaf vorige week al een voorzet met een opmerkelijke passage in zijn jaarverslag. Weekers stelt daarin dat leidende ambtenaren het spreekrecht van ambtenaren meer zouden moeten waarderen. Zo wijst hij erop dat ambtenaren hun stem niet mogen laten horen in de media ondanks hun expertise. “Ik roep het topmanagement bij de Vlaamse overheid uitdrukkelijk op om die mensen te waarderen, en hen niet te ontmoedigen of af te remmen”, aldus Weekers op de Vlaamse overheidssite 13.

Het opiniestuk van Elke Wambacq sluit daar naadloos bij aan. In haar tekst getuigt Wambacq over de initiatieven die ze samen met andere collega’s ondernam om de overheid te innoveren. Ze was ook medeauteur van enkele boeken over de werking van de overheid en de ‘dinosaurussen’ in die overheid (‘Tot uw dienst’ en ‘Het nieuwe werken’). Maar die initiatieven werden “niet overal evenzeer gewaardeerd”, aldus Wambacq.

“Tien kleine negertjes”

“Initieel zijn we met een kerngroepje van ongeveer tien ambtenaren die regelmatig de nek uitsteken”, schrijft ze. “Ik noem ze hier gemakkelijkshalve de tien kleine negertjes. Er waren eens tien kleine negertjes. Ze droomden van een innovatieve overheid en maakten lawaai. Maar toen werden ze gevangen door een haai. Sommigen veerden recht. Anderen werden berecht. Maar allen leerden ze slikken en weer doorgaan...”

“De manier waarop je op zo’n moment aangepakt wordt, is moeilijk te verwoorden”, aldus Wambacq. “Het verschilt van situatie tot situatie. De ene wordt plots bij het huisvuil gezet en binnen de overheidsstructuur letterlijk overbodig gemaakt. De andere krijgt een gesprek onder vier ogen met de mededeling dat het toch gedaan moet zijn met de rebel uit te hangen.” De verschillende betrokkenen kregen op verschillende manier “het deksel op de neus”.

“Wie durft er nog?”

Wambacq: “De enige manier om niet met de nek onder het hakbijl te belanden, blijkt het vinden van toevluchtsoorden. Denktanks en politieke organisaties krijgen lucht van de situatie en bieden subtiel een schild aan”. Maar volgens haar botsen ook heel wat leidend ambtenaren op “de grenzen van het spreekrecht”. De vraag is dan wie zijn mond nog zal durven te openen. “Een steen verleggen in de rivier. Wie durft er nog? De tien kleine negertjes of wat nog verschiet van hen? Maar eerst: oogjes dicht en snaveltjes toe”, besluit ze.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen