Een enquête bij 4.000 Gentenaars, focusgroepen met handelaars en ondernemers, auto- en fietstellingen, luchtkwaliteitsmetingen... Om de impact van het Gentse circulatieplan te meten lopen momenteel een heleboel metingen en onderzoeken. Maar niet genoeg, zegt de Gentse N-VA. Naar het economisch effect blijft het gissen.
Bert Staes
Een half jaar na invoering van het veelbesproken circulatieplan van Gent zijn de eerste grote effecten al merkbaar: minder auto's en minder verkeersongevallen in de binnenstad, meer fietsers en meer mensen op bus en tram.
Ook de negatieve effecten zijn zichtbaar, zoals minder passage in oude winkelstraten zoals de Wondelgemstraat en Bevrijdingslaan, gevoelig meer passage in bepaalde woonstraten en klachten over fors wat extra verkeer op de stadsring R40.
Maar voor een eerste, grootschalige evaluatie is het nog enkele maanden wachten. Mobiliteitsschepen Filip Watteeuw (Groen) belooft in februari met een eerste grote evaluatie te komen, gebaseerd op objectieve cijfers.
Daarvoor lopen er verschillende onderzoeken en tellingen. Vierduizend Gentenaars kregen deze maand een enquête in de bus om hun ervaringen en mening te delen. En de Stad wil ook de handelaars en ondernemers horen. Al lopen de meningen over hoe dat moet gebeuren nogal uiteen.
Dit staat gepland voor de eerste grote evaluatie van het circulatieplan:
Een enquête bij de Gentse bevolking op basis van een selectieve steekproef: een extern bureau heeft vierduizend Gentenaars tussen 16 tot 80 jaar oud afgelopen maand een vragenlijst voorgelegd waarbij ze stellingen moeten beoordelen en hun bevindingen kort kunnen weergeven. De vragen werden vastgelegd door de Stad.
Een meting van de verkeersintensiteiten binnen en op R40 aan de hand van kruispunttellingen: in 2016 werden grootschalige verkeerstellingen uitgevoerd op verschillende locaties in Gent, binnen, op en buiten de R40. Die worden herhaald in oktober, traditioneel de drukste maand op de weg. Op basis van deze gegevens wordt ook een analyse van de geluidshinder opgemaakt.
Meten van de verkeersstromen in de binnenstad met behulp van ANPR-camera’s: op 27 locaties werden dit voorjaar en dit najaar in totaal 72 slimme camera’s geplaatst. Die kunnen nummerplaten lezen en de stromen naar en uit de binnenstad meten.
Meten van verkeersdrukte op de stadsring aan de hand van geregistreerde reistijden van wagens uitgerust met GPS: Be-Mobile meet de doorstroming op de R40 en berekent reistijden via data van gps-toestellen, smartphone-apps, bluetoothsignalen en auto’s die verbonden zijn met internet. De eerste resultaten toonden aan dat de stadsring globaal niet trager loopt, maar wel dat files zijn verschoven naar andere stukken van de R40.
Het registreren van fietsersaantallen: dit gebeurt via de twee digitale telpalen die de Stad Gent heeft staan aan de Coupure Links en de Visserij. Er worden ook nog extra tellingen uitgevoerd. Het aantal passages aan de telpalen stijgt al jaren. In de eerste maanden na het circulatieplan sprak de Stad zelf al van "een stijging van 20 procent".
Meten van de commerciële snelheid van trams en bussen en het aantal reizigers. Deze studie wordt door De Lijn uitgevoerd. In de eerste maanden verklaarde De Lijn dat de doorstroming op sommige stukken in Gent tot vijftien procent beter liep. Dirk Busschaert, directeur van De Lijn Oost-Vlaanderen, nuanceerde dat vorige week aan De Gentenaar, maar zei toch dat het "circulatieplan op verschillende trajecten een slok op de borrel scheelt". "Tragere doorstroming zien we nergens, neen. Qua reizigers zien we sinds het circulatieplan ook een stijging tussen de tien en vijftien procent."
Analyse van de luchtkwaliteit via een studie van de Gentse milieudienst en de Vlaamse Milieumaatschappij. Op twintig locaties op en binnen de R40 wordt de stikstof-concentratie (NO2) gemeten. Dat is een belangrijke indicator van verkeersvervuiling. De metingen gebeurne met twee meetbuisjes die elke twee weken vervangen worden. Onder andere aan Dampoort, de Rooigemlaan, Coupure en Zuid staan meetbuisjes opgesteld. De concentratie NO2 tijdens de meetperiode wordt nadien bepaald in een laboratorium.De metingen zijn gestart op 2 juni 2016 en lopen minstens tot eind 2018 door. De eerste echte meetresultaten zullen wel pas in het najaar van 2018 beschikbaar zijn. Begin 2018 volgt er wel een eerste inschatting met modellen. Het eerste volledige jaar van de meting eindigt pas eind maart 2018. Er komt daarna nog analysewerk aan te pas.
De evaluatie door het burgerkabinet: een uitgelootte groep van 150 Gentenaars mag in het burgerkabinet stemmen over adviezen die officieel voorgelegd worden aan het stadsbestuur. In juni lanceerden ze een eerste reeks van 70 voorstellen. In oktober komt de groep de volgende keer samen. Er komt wel commentaar op de werking van het burgerkabinet.
Focusgroepen die worden ondervraagd door het Mobiliteitsbedrijf. Een extern bureau zet focusgroepen van telkens vijftien personen op, waarmee twee uur gesproken wordt over het circulatieplan. Tegen 15 november moet dat tot een eindverslag leiden. Er is één groep voor Gentse handelaars, zelfstandige ondernemers en horeca-uitbaters en één groep voor bedrijven die veel in Gent moeten werken of handel drijven. Een fragment uit de opdracht:
Deze data zijn ook beschikbaar, maar vallen buiten de officiële evaluatie:
Sinds eind vorig jaar worden via bluetooth het aantal passanten in een hele reeks Gentse winkelstraten geteld. De tellingen worden uitgevoerd door het Nederlandse bedrijf CityTraffic, een firma die ook samenwerkt met onder andere Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De Stad Gent plaatste meetpunten en koopt de data op.
Zelfstandigenorganisatie Unizo Oost-Vlaanderen kondigt aan dat ze zelf een evalutie doet begin november. "Het wordt een rondetafelgesprek met onze leden en een evaluatiegesprek", zegt voorzitter Jos Vermeiren. "Wat zijn de grote problemen? Waar zien wij quicks wins?..." (Edit: Unizo kondigde ondertussen aan zelf ook een enquête te doen bij de Gentse zelfstandigen, hier te zien).
Gent meet ook al een tijd regelmatig de parkeerdruk in de wijken. Dit gaat meer over het parkeerplan, dan over het circulatieplan. Een scanauto rijdt door de wijken, drie keer per dag en scant nummerplaten.
En dan zijn er natuurlijk nog data van de Gentse politie, van de parkeerautomaten en de zes parkeergarages van het Mobiliteitsbedrijf, inrit-data van de drie parkeergarages van Interparking, van het sms-parkeren, van de park-and-rides, de nieuwe shuttlebus naar de gratis parking aan de Weba, de nieuwe wandelbusjes...
Doemscenario's
Van verschillende van de bovenstaande elementen raakten al resultaten bekend. Maar de evaluatie die het stadsbestuur in februari plant, zou alles moeten samenvatten. "Loopt alles perfect? Neen, absoluut niet. Er zijn nog specifieke pijnpunten, waar we zullen ingrijpen", zei mobiliteitsschepen Filip Watteeuw (Groen) in de laatste gemeenteraad.
"Maar de doemscneario's die door tegenstanders zijn opgeworpen, ook hier in de gemeenteraad, werden nooit de waarheid. Ook niet op het vlak van de handel."
Het evalueren van de impact op de Gentse handel blijft wel voor discussie zorgen. Watteeuw: "Dat er daar verzuchtingen zijn, is duidelijk. Sommige handelaars die sluiten noemen het circulatieplan als een van de factoren, maar ook e-commerce en de aanhoudende negatieve communicatie vanuit bepaalde hoek. Maar we nemen die signalen ernstig."
Handelaars en ondernemers
Het Mobiliteitsbedrijf doet de komende maanden een bevraging via twee focusgroepen met telkens vijftien handelaars, horeca-uitbaters en ondernemers: één groep Gentenaars en één groep mensen van buiten Gent.
N-VA vindt dat onvoldoende en haalt aan dat de stem van handelaars en ondernemers niet genoeg vertegenwoordigd is in de evaluatie. De partij vraagt een "open, grootschalige en onafhankelijke enquête bij de Gentse handelaars en ondernemers" om de economische impact van het circulatieplan in kaart te brengen.
Maar Christophe Peeters (Open Vld), schepen van Middenstand, noemt dat "bijzonder moeilijk". "Een poging om de economische impact te objectiveren is volgens mij gedoemd om te mislukken", verklaarde hij in de gemeenteraad.
Met uw klak naar slaan
Peeters: "Het bekomen van reële omzetcijfers is moeilijk. Ik vraag mij af hoeveel ondernemers in Vlaanderen bereid zijn om hun omzetcijfers bekend te maken als de overheid erom vraagt. Dat is hetzelfde als vragen hoeveel iemand verdient."
"Beleid evalueren en bijsturen moet beter dan op buikgevoel en door er met uw klak naar te slaan. Dat moet met objectiveerbare gegevens. Maar die moet je kunnen distilleren uit objectieve cijfers. Begin maar eens af te wegen welke factor - circulatieplan, e-commerce, algemene conjunctuur,... - meespeelt bij omzetverlies."
"We hebben al geprobeerd om objectiveerbare cijfers te krijgen, onder andere bij Atos-Worldline, de firma die Bancontact en Visa beheert. Maar die geven dat niet vrij. We hadden ook contact met Joyn, een digitale klantenkaart. Ook zij beschermen hun gegevens uit een commerciële reflex.
"Het effect zal anders zijn voor een horecauitbater dan voor iemand die een bedrijf leidt, of in een detailhandel werkt. Daarom willen we inzetten op kwalitatieve info (via focusgroepen, nvdr). Daarmee bereiken we ook de mensen die niet in Gent wonen, maar wel handel drijven en kunnen we veel dieper ingaan op de kwestie."
Terwijl je dit leest, zijn onze journalisten druk in de weer om jou het snelste nieuws, de meest aangrijpende verhalen en het beste regio- en sportnieuws te brengen.
Terwijl je dit leest, zijn onze journalisten druk in de weer om jou het snelste nieuws, de meest aangrijpende verhalen en het beste regio- en sportnieuws te brengen.