Om de verkeersveiligheid in onze hoofdstad op te krikken hebben de betrokken minister en staatssecretaris een radicaal plan klaar. De maximumsnelheid voor het hele hoofdstedelijke gewest moet vastgelegd worden op 30 km/uur. Het plan voorziet echter een aantal uitzonderingen, zoals in de Brusselse tunnels en op grotere doorgangs- en invalswegen.

“Er zijn al veel gemeentes die een grote zone 30 hebben ingevoerd, maar momenteel is het gewoon niet duidelijk voor de automobilist”, vertel Smet aan Radio 1. “De regel zal 30 kilometer per uur worden, tenzij een bord iets anders aangeeft.”

De minister stelt nog dat het plan niet enkel goed is voor de verkeersveiligheid, maar ook voor de leefbaarheid en luchtkwaliteit in de stad.

Concreet?

De Brusselse regering bespreekt het plan volgende week. “Daarna moet het naar de gemeenten voor advies. We hopen het plan ergens volgend jaar al te kunnen invoeren”, aldus nog Smet.

In 2010 voerde het Brusselse stadsbestuur al een limiet in van 30 kilometer per uur voor de zone binnen de kleine ring. In het verkeersveiligheidsplan van de Brusselse regering uit 2014 werden de negentien gemeenten al opgeroepen de zone 30 zo ruim mogelijk in te voeren. Een pijnpunt in hun plan is de handhaving. Debaets wijst erop dat er heel wat nieuwe camera’s worden geplaatst voor de controle op de lage-emissiezone. Het geld dat binnenkomt aan boetes wordt volgens haar ook ter beschikking gesteld voor campagnes en extra controles. Boetes worden voortaan verwerkt door een externe dienst, in plaats van het parket.

De flitscontroles zijn een bevoegdheid van de lokale politie en burgemeesters. Burgemeester van Koekelberg Philippe Pivin (MR) ziet het plan niet zitten. Zijn Schaarbeekse collega Bernard Clerfayt (DéFI) reageert wel positief.