Krijgt u er de komende week ook weer een voorgelezen, zo’n heerlijke nieuwjaarsbrief vol wensen voor mensen en zoenen van kapoenen? Rijmen en dichten zonder mijn gat op te lichten, daar was ik ijzersterk in als kind. Maar toen ik groter werd, merkte ik dat er nauwelijks nog volwassenen mijn liefde voor limericks en aanverwanten deelden. Tijd om uit te zoeken waarom de betere poëzie zich mijlenver van de regionen der rijmelarij bevindt, en u er en passant toch de schoonheid van te doen inzien.
Als ik dichten kon
Schreef ik over jou
Over de zon
Als ik dichten kon
Als ik dichten kon
Schreef ik wat jij niet kent
Schreef ik wat jij niet bent
Als ik dichten kon
Als ik dichten zou
Dan maakte ik wat ik wou