Vlaamse uitvoer van militaire producten in 2020 opvallend gedaald

 ©  Monica Monté

Bron: BELGA

Met 32 vergunningen, goed voor een totaalbedrag van ruim 27 miljoen euro, is de Vlaamse uitvoer van militaire producten naar niet-Europese landen in 2020 opvallend gedaald. Dat bevestigt Diederik Cops, onderzoeker bij het Vlaams Vredesinstituut. “Al zijn nog niet alle gegevens beschikbaar”, nuanceert hij.

In totaal werd er vanuit Vlaanderen in 2020 voor 27.354.234,29 euro aan militaire producten uitgevoerd naar niet-Europese landen. “Reken daar de overbrenging naar Europese landen bij, en je komt aan zo’n 42 miljoen euro”, schat Cops. Nog steeds is dat een opvallend verschil met 2019, toen de vergunde uitvoer en overbrenging van militaire producten via individuele vergunningen ongeveer 117,4 miljoen euro bedroeg.

De onderzoeker benadrukt echter dat nog niet alle gegevens gekend zijn. Zo heeft het Vlaams Vredesinstituut tot nu toe enkel zicht op de uitvoer via individuele vergunningen. Over de handelsstromen via globale en algemene vergunningen wordt de informatie wellicht pas tegen de zomer beschikbaar gemaakt. Het bedrag zal dus zeker nog verder stijgen. “Het verschil met 2019 is inderdaad opvallend, maar dit kan toeval zijn. Enkele grote vergunningen die al dan niet worden uitgereikt, kunnen die waarde sterk beïnvloeden”, licht Cops toe.

VS en Brazilië

De meeste vergunningen werden ondertekend met bedrijven in de Verenigde Staten en Brazilië, respectievelijk 6 en 10 vergunningen. De grootste vergunning, voor 15 miljoen euro, was bestemd voor de VS, met eindgebruik in Koeweit. De vergunde uitvoer naar Brazilië, waarvan een gedeelte via de Verenigde Staten ging, bedroeg in 2020 ongeveer 4,7 miljoen euro.

Ook naar Maleisië, Indonesië, Zuid-Korea, Koeweit en Israël werden militaire producten uitgevoerd. Zoals in 2019 het geval was, ging het voornamelijk om oefenmateriaal bestemd voor het opleiden van militairen. Op de tweede plaats komen onderdelen die voor verdere verwerking worden verkocht aan buitenlandse bedrijven in de defensie-industrie.

Uitdaging

“Vlaamse bedrijven voeren dus geen traditionele militaire producten zoals vuurwapens, bommen of gepantserde voertuigen uit, wel hoogtechnologische onderdelen of afgewerkte technologie zoals oefenmaterieel, infraroodcamera’s of beschermende kledij”, benadrukt Diederik Cops. Naar Canada en Tunesië werden wel wapens voor jacht- of sportdoeleinden uitgevoerd.

De onderzoeker merkt ten slotte op dat het vaak een uitdaging is om te weten in welk land de militaire onderdelen uiteindelijk terechtkomen, maar dat bij de uitvoer in 2020 het effectieve land van eindgebruik meestal wel bekend was. Zo was Koeweit in 2020 het belangrijkste land van eindgebruik, en kwamen afgewerkte producten ook vaak in Brazilië terecht.

Dat is een opvallend verschil met vorige jaren, dat vooral aan de overheid te danken is. Doordat er strenger gecontroleerd wordt, raakt ook meer informatie over het effectieve eindgebruik gekend. “Vergunningen voor uitvoer naar Israël worden bijvoorbeeld enkel toegekend als men weet dat de eindproducten niet worden gebruikt door het Israëlische leger”, weet Cops. Als er naar Israël wordt uitgevoerd, is dat dus niet het land van eindgebruik.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen