Na het uitvallen van de kopmannen Tom Timmermans en Stijn Siemons zag de Wambeekse ploegleider Jan Duyschaver met lede ogen toe hoe ook de Hernse revelatie Milan Lanhove uitgeschakeld werd door een valpartij die hem met een heupbreuk opzadelde. Gerrit Van Bellingen voelt mee met zijn ploegmaat. “Ik hoop dat Milan snel opnieuw op de fiets zit. Het is ontzettend jammer wanneer je op zo’n manier je leiderstrui verliest. Voor Milan komen er gelukkig wel nog vele kansen. Als hij na zijn revalidatie zijn topvorm opnieuw vindt, volgen er gegarandeerd snel weer puike resultaten”, aldus Van Bellingen. “Voor de ploeg is het uiteraard ook jammer. In de Beker van België hadden we met Milan Lanhove zowel de gele als de witte trui in handen, tot die spijtige valpartij ons geluk verwoestte. Milan ligt heel goed in de groep en is dan ook een renner voor wie ik me graag wegcijfer.”

Gerrit Van Bellingen streed in Moerbeke mee voor de overwinning. “In het voorjaar was ik lang niet slecht. Ik ben een renner die steevast aanvallend koerst. Vaak mondden de koersen evenwel uit in een massaspurt en daar pas ik voor. In een spurt zit ik steevast in de staart van het peloton. Ik ben nu eenmaal niet pijlsnel en ook al geen waaghals. Mijn conditie gaat wel in stijgende lijn. In Moerbeke zat ik een eerste keer in de goede vlucht. Dat moet me de komende maanden vaker lukken. Er komen namelijk mooie koersen aan, zoals Kester. Ik hou wel van Pajotse koersen die een selectieve omloop serveren. In Overijse draaide ik vierkant. Ik werd wat geplaagd door keelpijn en bleef dan ook enkele dagen van de fiets.”

Meester Gerrit

Op pinkstermaandag staat Gerrit Van Bellingen aan de start in Oosterzele. Zes dagen later staat Rochefort in het kader van de Beker van België op de agenda. “Rochefort reed ik nooit eerder, dat wordt een sprong in het duister”, zegt Van Bellingen. “Ik studeer voor leerkracht lager onderwijs en moet enkel nog mijn bachelorproef afleggen. Ik kan dus wel op de koers focussen. Vanaf 1 september sta ik in principe voor de klas, maar ik ben wel van plan om te blijven koersen. Trainen doe ik vaak met de ploegmaats. Ik woonde even in Baal en daar moest ik vaak alleen trainen. Nu woon ik in Denderleeuw, vlakbij mijn pleisterplaats Mollem. Daar train ik opnieuw op vertrouwde wegen.”