Zonder epo rijdt het peloton duidelijk trager

© Belga

De snelheid van het peloton daalde opmerkelijk sinds 2004. Dat berekende de Zwitser Thomas Perneger, een epidemioloog van het universitair ziekenhuis in Genève. Perneger wijst op een mogelijk verband met verminderd dopinggebruik.

lvdw

De Zwitser baseerde zich voor zijn studies op de gemiddelde snelheden van de nummers 1 en 5 in de grote ronden. In de periode 1990-2004 steeg die jaarlijks met gemiddeld 0,18 kilometer per uur. In de daaropvolgende vijf jaar deed zich een daling voor met gemiddeld 0,17 km per uur, eveneens op jaarbasis. Ook in de Ronde van Spanje was die trend merkbaar, zelfs in een meer uitgesproken vorm. Tussen 2004 en 2009 daalde de gemiddelde snelheid daar met 1 km per uur. Enkel in de Giro bleef de snelheid de voorbije jaren stijgen met gemiddeld 0,12 km per uur.Volgens Perneger is de verklaring te zoeken bij het gebruik van epo. 'Precies in 2004 piekte het aantal dopingovertredingen sterk. Epo verhoogt de maximale zuurstofopnamecapaciteit met 7 procent, wat zich vertaalt in ongeveer 2,8 procent extra snelheid of ongeveer 1 km per uur extra. Dat komt in de buurt van het snelheidsverlies van de jongste jaren', argumenteert hij.De theorie van Perneger strookt met de evolutie van het dopinggebruik in het peloton. In de wilde jaren negentig, toen epo in opmars was en nog niet kon worden ontdekt, werd er inderdaad steeds sneller gereden.Toch is het omslagpunt 2004 opvallend. Op dat moment bestond de epo-test immers al en moesten renners sowieso voorzichtiger omspringen met het middel. Toch was het peloton ook dan nog op grote schaal gedopeerd, zo bleek uit Operación Puerto en enkele andere zaken die in 2006 en '07 uitkwamen. In die gevallen ging het veelal om bloeddoping. Die evolutie is niet merkbaar in de gegevens van Perneger.

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen